Menu

Trage besluitvorming bij geschillen met overheidswerkgever niet gratis

Artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden schrijft voor dat een rechterlijk geschil binnen een redelijke termijn moet zijn beslecht. Geschillen met de overheid als werkgever duren vaak heel lang en soms wordt daarbij die redelijke termijn overschreden.

In haar uitspraak van 18 april 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:1396) heeft de Centrale Raad van Beroep nog eens precies toegelicht hoe die eventuele overschrijding te beoordelen. Uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens volgt dat van belang zijn:
1.    de ingewikkeldheid van de zaak,
2.    de wijze waarop de zaak door het bestuursorgaan en de rechter is behandeld,
3.    het processuele gedrag van de ambtenaar gedurende de hele procesgang en
4.    de aard van de maatregel en het daardoor getroffen belang van de ambtenaar.

De redelijke termijn is voor een procedure in drie instanties (= bezwaar, beroep en hoger beroep) in beginsel niet overschreden als die procedure in haar geheel niet langer dan vier jaar heeft geduurd (uitspraak van 26 januari 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BH1009).

De behandeling van het bezwaar mag ten hoogste een half jaar, de behandeling van het beroep ten hoogste anderhalf jaar en de behandeling van het hoger beroep ten hoogste twee jaar duren, terwijl doorgaans geen sprake is van een te lange behandelingsduur in de rechterlijke fase in haar geheel als deze niet meer dan drie en een half jaar heeft geduurd. De omstandigheden van het geval kunnen een langere behandelingsduur rechtvaardigen.

In beginsel is een vergoeding gepast van € 500 per half jaar of gedeelte daarvan waarmee de redelijke termijn is overschreden (zie voornoemde uitspraak van 26 januari 2009).