Menu

Nieuwe regelingen voor vaderschapsverlof en ouderschapsverlof

De Europese Commissie heeft zich in 2015 voorgenomen om de sociale dimensie van de Europese Unie meer aandacht te geven. Teneinde te komen tot een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers heeft zij aan het Europees Parlement een voorstel gedaan voor het uitvaardigen van een richtlijn met nieuwe regels over vaderschapsverlof en niet-overdraagbaar ouderschapsverlof.

Op donderdag 4 april 2019 stemde het Europees Parlement in met deze Richtlijn, kenmerk COM(2017)253, die beoogt de vertegenwoordiging van vrouwen op de werkplek te verhogen en de rol van de vader - of een gelijkwaardige tweede ouder - in het gezin te versterken.

De maatregel moet kinderen en het gezinsleven ten goede komen en inspelen op maatschappelijke veranderingen. Ook wil het Parlement hiermee de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bevorderen en de kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt vergroten.

De lidstaten moeten binnen drie jaar hun eigen wetten aan deze richtlijn aanpassen. De staten die betere regelingen hebben mogen die houden.

Dit staat er in die Richtlijn:

1. iedere werknemer heeft recht op ten minste tien werkdagen betaald vaderschapsverlof (ook voor gelijkwaardige tweede ouders, indien erkend door de nationale wetgeving) rond het tijdstip van geboorte - of doodgeboorte. Het vervangingsinkomen bedraagt niet minder dan de uitkering voor arbeidsongeschiktheid / ziekengeld.

2. iedere ouder heeft recht op twee maanden niet-overdraagbaar en betaald ouderschapsverlof. Dit verlof moet een individueel recht zijn zorgen voor een evenwichtigere verdeling van de zorgtaken binnen het gezin.

3. in de wet moet worden vastgelegd wie het vervangingsinkomen gaat betalen

4. werknemers die persoonlijke verzorging verlenen aan een familielid (of iemand in hetzelfde huishouden) dat een ernstige medische aandoening of leeftijdsgebonden handicap heeft, moeten ten minste vijf dagen per jaar zorgverlof krijgen

5. Werkende ouders en verzorgers kunnen voortaan vragen om hun werkschema aan te passen door gebruik te maken van thuiswerken of flexibele uurroosters. Werkgevers kunnen bij deze verzoeken rekening houden met hun eigen middelen en operationele capaciteit, maar ook met de specifieke behoeften van een ouder van kinderen met een handicap of langdurige ziekte en met die van alleenstaande ouders.